Alle kinderen gaan op een rij zitten, als een publiek.
Bespreken: wat is publiek? wanneer ben je publiek?
Oefenen met applaudisseren, voor voetbalwedstrijd is anders (heel hard met joelen en roepen) dan bij een toespraak (rustig, netjes) en bij een toneelstuk (eventueel staan, staande ovatie). Je kunt heel zacht en heel hard klappen. Hoe zou de koningin klappen? Hoe zou je voorzichtig klappen? Hoe zou je zo hard mogelijk klappen?

Een voor een mag een kindje naar voren toe (eventueel met twee als het te spannend is). En dan mag je staan, naar publiek kijken en dan beginnen zij te klappen. Dan mag je buigen.

Als acteur op het toneel doe je alsof. Iedereen de vloer op en doen we alsof we hele erge pijn aan onze knie hebben. We doen alsof we:
- heel erge jeuk hebben
- heel erg moeten plassen
- boos zijn op de anderen
- het heel erg stinkt ineens
- ….

Nu delen we de groep in 2 , we gaan om beurten publiek zijn en acteur.
Het groepje acteurs mag (met hulp) iets verzinnen dat ze gaan uitbeelden, het publiek mag 2x raden. Applaus…