De kinderen kunnen door middel van twee technieken gaan oefenen met hoogspringen. Dit zijn de fosbury flop en de schotse sprong.

Belangrijkste regels:
- Het volgende kind mag starten als de dikke mat leeg is.
- Het kind sluit achteraan in de rij als hij/zij net gesprongen heeft.

Fosbury Flop:
Zie bijlage voor plaatje

Opbouw van makkelijk naar moeilijker:
- Vanaf 2 voeten, rugwaarts naar achteren de dikke matten op springen (landing is op de rug). Zijwaarts rollen.
- Op dezelfde manier springen en proberen over het rode randje van de dikke mat te springen.
- Met 1 schuine stap naar de dikke mat met 1 benige afzet rugwaarts op de dikke mat springen.(landing is op de rug)
- Beide kanten uitproberen en bij stap 4 blijven staan aan eigen voorkeurs kant.
- Vanuit een langere aanloop met eenbenige afzet rugwaarts op de dikke mat springen waarbij afzetvoet paralel aan de mat staat (zie plattegrond en foto). Je kunt een plastic voet neerleggen of met krijt een voet tekenen waarbij de tenen van de mat afwijzen.


Schotse spring/schaarsprong:

Zie bijlage voor plaatje

Uitleg:
Je loopt een klein beetje schuin aan en bij de afzet wordt het binnenste been gestrekt op gezwaaid waarna met het buitenste been wordt afgezet